Llança deel 2: Het natte Catalonië

De landing is zo zacht dat het lijkt of het vliegtuig de grond kust. De kinderen zijn na hun eerste vlucht niet onder de indruk van de haast pauselijke aankomst en kijken teleurgesteld. Het is donker en Aeroport de Girona-Costa Brava glinstert in de regen. In hun ogen is Spanje het land waar altijd de zon schijnt. Dat is mijn schuld. Ik beloofde ze stranden en palmbomen.

Onderweg naar de terminal stuiten we op een ander misverstand. Liz kijkt ademloos naar een man met lange witte baard, is ervan overtuigd dat hij Sinterklaas in vrijetijdskleding is. ‘Die woont toch in Spanje?!’, roept ze kwaad als haar oudere broer Tim spottend aan de aanwezigheid van de goedheiligman twijfelt. Ze durft niet naar hem toe te gaan om het te vragen. ‘Straks verstaat ie mij niet!’ Tim concludeert vrolijk dat we nu helemaal kunnen uitsluiten dat Sinterklaas in Girona is.

Ik zwijg om een traditie, die sinds de Zwarte Piet-discussie een wat ongemakkelijk gevoel geeft, in ere te houden. Het is de vraag wat daar onder ons dak nog van over is. Liz en Louise geloven al lang niet meer dat ik regelmatig koffiedrink met de Sint, hebben dat eigenlijk nooit gedaan. Hoogstens – en met gepaste tegenzin – als ze hun schoen zetten. Evenmin geloven ze dat ik magische krachten heb, hoewel ze even echt verbaasd waren dat het vliegtuig werkelijk opsteeg toen ik dat aankondigde.

Llanca Lewis Daniels

Een warme douche

De taxi glijdt over de AP-7 en rijdt rond elf uur ’s avonds Llançà in. Het lijkt of het dorp een warme douche heeft gehad. De straten zijn nog nat van de regen, dampen in de zwoele lucht. de terrassen met overkapping zijn halfvol. De wind blaast zacht, typeert daarmee de kalme, niets-moet-bijna-alles-mag sfeer van Llançà. Liz, Louise en mijn zoon Daniel slapen. Tim kijkt rond, verkent net als ik de omgeving. Zijn navigatie is feilloos. Tijdens onze reizen staat hij mij bij als kompas.

Het kantoor van de makelaar is op dit late tijdstip gesloten. De sleutels liggen klaar in de brievenbus van het kantoor aan de Avinguda d’Europa, de hoofdstraat tussen de haven, het oude dorp en het station dat, zoals in veel Catalaanse en Spaanse dorpen, even buiten de bebouwde kom ligt. De taxi blijft wachten terwijl ik een witte enveloppe uit een grijs kastje haal. Wat in een grote stad ondenkbaar is, past hier bij de vredigheid en rust die het dorp uitstraalt.

Wanneer wordt het weer beter?

Ons appartement is op de tweede verdieping van een hoekig, vrijstaand pand bovenaan een heuvel waar de hele wijk La Bateria op is gebouwd. Aan de voorkant is een tuin, de huiskamer heeft een met dennenbomen omringd balkon. Links van het appartement is een breed, plavuizen terras met oud, versleten meubilair. Op een verregend briefje staat dat barbecueën streng verboden is.

We hebben honger. Ik zak de heuvel af, zoek tevergeefs naar een avondwinkel en kom thuis met pizza. Louise merkt op dat ik doorweekt ben en pakt een handdoek. Liz vraagt wanneer het weer beter wordt en deelt met mij het laatste stuk pizza.

Haar vraag ‘beter worden’ blijft hangen. Voor mijn moeder gaat dat niet meer op. Ze zal er nog zijn na onze vakantie. In overleg met haar hebben we daarom besloten deze reis voor de kinderen door te zetten. Hoe lang daarna nog is onzeker. Geen maanden meer in elk geval.

Aswolken en sparkling wine

Wat ik het liefst wil, komt de volgende dagen natuurlijk niet uit. Het voelt of niet het weer, maar ik faal. De wind neemt wolken boordevol neerslag mee en mijn moeder gaat in hoog tempo achteruit. Voordeel van de Costa Brava is dat kinderen de rotsen bij de zee als klimrek gebruiken om bij minder goed weer de verveling tegen te gaan. Wat jij ze niet kunt geven – zon en temperaturen ruim boven de 20 graden Celsius – , lossen ze zelf op. Als je alle doodsangsten voor valpartijen trotseert, geeft dat een gevoel van voldoening. Als de kinderen het leuk hebben, dan jij toch zeker ook.

Maar ik heb het niet leuk. Mijn gedachten zijn bij mijn stervende moeder. Ander punt van zorg is de Eyjafjallajökull, een uitgebarsten IJslandse vulkaan. Twee weken voor vertrek was door vrijgekomen asdeeltjes het grootste gedeelte van het Europese luchtruim gesloten. Inmiddels zweeft boven Ierland opnieuw een aswolk en staat de wind richting… Catalonië.

 ‘Thanks to the sun and sparkling wine In Llansa’, zingt Jack Jersey in zijn hit. De realiteit in mei 2010 is storm en regen, vandaag zo hevig dat we noodgedwongen thuisblijven. Tijdens het Franco-regime scholen mensen uit het verzet die naar Frankrijk zouden worden gesmokkeld in de kerk aan Plaça Major. Ik moet het volhouden in een – naar nu blijkt – tochtig appartement, waar dennentakken rakelings langs vliegen, vier kinderen door het huis rennen en de waakvlam van de geiser uitvalt als ik onder de douche sta. Een kromme vergelijking, en toch ben ik op dit moment liever in een stille, ondergrondse kerkruimte dan een spookhuis op een heuvel. Ik kijk naar buiten. Nog altijd geen ‘sun and sparkling wine’.

Het groene Spanje

De kinderen vragen waarom het zo vaak regent in Spanje. Ik laat Suzanne antwoorden. Zinloos ze te vertellen dat Spanje uit zeventien autonome regio’s bestaat, waar landschap en klimaat behoorlijk verschillen. Ze zouden me glazig aankijken. Louise zou ook vermoeid geeuwen, mij zo weinig subtiel duidelijk maken dat ik haar verveel (wat vaker voorkomt).

Ze zou nog harder zuchten als ik zei dat Catalonië en Baskenland door de neerslag ook wel ‘het groene Spanje’ worden genoemd en daarna haar moeder vertwijfeld aankijken. ‘Regent het écht hier altijd, mam?!’

Koude nachten en nog meer regen

Niemand, behalve ik, maakt zich er druk om dat het mogelijk geen strandvakantie wordt. Een Frans stel op tv dat vlakbij in de Pyreneeën kampeert, vindt het grappig dat het daar vorig jaar rond de dertig graden was en de bergen nu zijn besneeuwd. Voor hen is het makkelijk praten, zij zijn zonder kinderen op pad.

De nachten zijn koud. De verhuurder brengt extra dekens en een elektrische straalkachel die een hoek van de kamer vult. De meiden slepen een stoel naar de kachel en installeren zich, zijn zo het perfecte plaatje voor in een folder dat wintersportreizen aanbiedt. Het doet me even vergeten waarvoor ik hier ben.

Als het laat in de middag eindelijk droog is, loop ik naar de zee en staar langs de kustlijn. De lucht achter de vijftien kilometer verderop gelegen Pyreneeën is blauw. Daaronder ligt Frankrijk. De bergen houden het slechte weer daar vast tegen.

Een dag later regent het in de Frans Catalaanse kustdorpjes ogenschijnlijk nog harder dan in Llançà. Ze zien eruit als een in het water gevallen feest, lijken mij te smeken om terug te komen als het weer beter is. Precies dat ben ik van plan.

Zon en crisis

Eindelijk straalt de zon. Llançà wast zijn handen in onschuld, daarvoor is genoeg regenwater achtergebleven. Behalve plassen, modderige kuilen, een afgewaaide tak of omgevallen bloempotten wijst niets erop hoe de natuur hier afgelopen dagen heeft huisgehouden. De bestrating is warm, de zee glinstert. Aan het strand met terras smeer ik mij nog net op tijd in, heb al een rood gezicht.

Tijdens mijn wandelingen door Llançà valt op dat de bouw stil ligt. Een mokerslag in een land waar de economie dan nog voor een kwart op vastgoedprojecten draait.

Anno 2023 heeft het een andere oorzaak dat panden in Llançà traag of niet worden afgebouwd. Sinds de prijzen stijgen, is het wachten met verkopen van een huis zeer lonend. Een onvoltooid bouwwerk geeft minder kosten en de onroerendezaakbelasting (IBI) is lager. Ander voordeel, wat (nog) niet is kan ook niet slijten.

De plaatselijke supermarkt  – een dependance van een grote, landelijke keten – bestrijdt de crisis in 2010 door brood voor een ‘precio de crisis’ aan te bieden. Het product doet zijn naam eer aan, maar is geliefd bij de kinderen. Liever zachte, muffige boterhammen dan stokbrood om je tanden op stuk te bijten (of melktanden mee los te rukken).

Suzanne bakt in een braadpan tosti’s met het crisisbrood, maakt van de nood een deugd. Producten zonder ‘crisisprijs’ zijn, anders dan elders in Spanje, duur in Llançà. Zeker omdat de lonen hier een stuk lager liggen dan in Nederland. Het verklaart de grote hoeveelheid volkstuintjes. De horeca daarentegen is heel betaalbaar.

Vluchten naar Frankrijk

De avond voor vertrek bereiken de aswolken uit IJsland het noordoosten van Spanje. De nieuwsuitzendingen doen sombere voorspellingen.  Op hoop van zegen nemen we de volgende dag de trein naar Girona en stranden op het vliegveld. Alle vluchten zijn geannuleerd. Het enige wat ik kan bedenken is proberen zo snel mogelijk naar Frankrijk te gaan. Eenmaal daar leiden alle richtingen naar Parijs en komen we uiteindelijk wel thuis.

Vaag herinner ik mij dat er vanuit Cerbère een nachttrein naar Gare d’Austerlitz rijdt. Het zit mee. De trein die we vanaf Girona nemen, steekt de grens over. Dat doen er maar een paar per dag. Ik zucht opgelucht als de trein door de spoortunnel tussen Portbou en Cerbère rijdt, voel dat de redding nabij is.

Dat blijkt juist. Het eerste wat ik bij het uitstappen zie is de aankondiging van een nachttrein naar Parijs. De trein stroomt leeg. Veel meer mensen dan verwacht. Ik ren naar het verkooploket, vrees dat vrijwel iedereen hier op mijn idee is gekomen. De rij bij het loket voor mij valt mee, die daarachter wordt steeds langer. De beambte, keurig met pet op, zegt me dat ik geluk heb.

Ik koop zes van de negen laatste plekken in de trein naar Gare d’Austerlitz. Het ticket dat hij mij overhandigt is op dit moment waardevoller dan het gouden lot. Alsof het een topgeheim staatsdocument betreft laat ik Suzanne het ticket zien. Voor het eerst deze week ben ik ontspannen. Eindelijk voel ik mijn mond glimlachen. Met mijn moeder gaat het iets minder slecht.

Niet zo leuk als Llançà natuurlijk

Wetende dat de trein naar Parijs over enkele uren gegarandeerd vertrekt en wij daar zeker in zitten, zijn de laatste uren aan het strandje in Cerbère aangenaam. Leuk dorp met gekleurde huisjes aan een kade. Niet zo leuk als Llançà natuurlijk.

Terwijl de trein Frankrijk doorkruist besluit ik dat afgelopen week over moet worden gedaan. Thuis boek ik een reis voor het jaar daarop om Llançà een mogelijk verdiende herkansing te geven.

Dit is deel 2 in de serie “Llançà” geschreven door Lewis Daniels.

Lewis Daniels (52) woont in Amsterdam, heeft een tienerzoon die in de weekenden bij hem is, en maakt teksten. Afgelopen jaren schreef hij interviews, artikelen over cultuur, maatschappelijke kwesties en ijshockey. Najaar 2022 verscheen zijn roman Verwisseld. Sinds 2010 komt hij regelmatig in het Catalaanse Llançà, waar een serie korte verhalen uit is voortgekomen

Jouw ervaringen kunnen voor een ander verrijkend zijn!

Wil jij ook graag jouw reisverhalen of je ervaringen met emigreren naar Spanje delen, dan kan dat op yourcatalancontact.com. Dit kan een kort verhaaltje zijn, of een lang stuk in meerdere delen.

Schrijf ons een mail op info@yourcatalancontact.com of benader ons via ons contactformulier. Je verhaal hoeft zich niet te beperken tot Catalonië, en kan over heel Spanje gaan.

Meningen en zienswijzen uitgedrukt in bovenstaande tekst komen geheel voor rekening van de auteur, en hoeven niet overeen te komen met de zienswijzen of posities van yourcatalancontact.com of Asesoría De Bruyn y Rinsema, S.L.